Homepage            Vlees - Vis - Kip - Soep - Voorgerechten - Bijgerechten - Vegetarisch - Rijst - Noodles

Bijgerechten

U bekijkt nu de categorie Bijgerechten. Om een andere categorie te kiezen, gebruikt u het menu bovenaan de webpagina.

 

 

 

 

 

 

Gekookte eieren in sojasaus

Roergebakken tahoe

Thaise salade

Indiase omelet

Indiase groentencurry

Roergebakken spinazie

Pittige ananas

Koriander- en muntchutney

Aubergines met aardappelen

Songkran-eieren

Thaise groentencurry

Roergebakken aubergines

Gebakken aubergines

Groenten met pindasaus

Sambal taotjo

Telor Petis

Sambal Peteh

Gevulde courgettes

Eiercurry

Kikkererwtensalade

Gemengde groenten in kokossaus

Gestoomde eieren met garnalen

Chinese koolsalade

Eieren in chilisaus

Roti canai

Thaise gemengde salade

Rijstrolletjes

Dahl

Gesmoorde prei

Groene chutney en Indiase aardappelen

Chutney met tomaat en abrikoos

 

 

 

 

 

 

 

 

Gekookte eieren in sojasaus

  

Ingrediënten:

 

4 eieren,1 ui, 2 teentjes knoflook,stukje gemberwortel ( 1 cm ),1 rode peper,1 flinke tomaat, 1/2 theelepel trasi,3 theelepels citroensap,flinke snuf zout,1 eetlepel bruine suiker, 2 eetlepels Chinese sojasaus,2 eetlepels olie.

 

Kook de eieren hard in ongeveer acht minuten. Ondertussen de ui en knoflook kleinsnijden. Gemberwortel en rode peper fijnsnijden. De tomaat in stukjes snijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin de ui en knoflook lichtbruin. Voeg gemberwortel en rode peper toe. Even laten meebakken en dan de trasi en de stukjes tomaat toevoegen. Citroensap erbij en twee minuten zachtjes laten sudderen. Zout, bruine suiker, sojasaus en een deciliter water erbij doen en alles aan de kook brengen. De saus op een niet te hoog vuur laten indikken. Pel ondertussen de eieren, halveer ze en verwarm ze in de saus. Overdoen op een schaal.

 

 

 

Roergebakken tahoe

 

Ingrediënten:

 

1 blok tahoe, 2 teentjes knoflook, 4 voorjaarsuitjes, 2 eetlepels olie. Voor het sausje: 1/2 theelepel zout, 1/2 theelepel suiker, 1eetlepel soja.

 

In het westen noemen we de sojaboon de koe van de vegetariër, in minder bedeelde streken in Azië is soja gewoon een basisproduct dat goedkoop, voedzaam en eiwitrijk is. Ook sojamelk komt van de sojaboon en je kunt er dus ook kaas van maken. Dan heet het tahoe of tofu. Een prima vleesvervanger. Wat we hier in Nederland kopen, is meestal de Chinese variant, een stevige, geperste sojakaas die van zichzelf niet veel smaak heeft maar wel in staat is om smaak in zich op te nemen, of het nou via een marinade is of tijdens het bakken. In dit geval maakt het sausje het af.

Breng in een pan water aan de kook. Leg het blok tahoe hierin en laat het een minuut of tien zachtjes koken. Hierdoor onttrekt er vocht uit de tahoe. Laat het blok tahoe uitlekken in een zeef. Snijd er plakken van en snij deze plakken in dobbelsteentjes. Laat de blokjes goed uitlekken. Meng in een kommetje zout, suiker, sojasaus en rijstwijn goed met elkaar. De teentjes knoflook fijnhakken en de voorjaarsuitjes in ringen snijden.

Verhit de olie in een wok. Knoflook en het wit van de voorjaarsuitjes zachtjes meebakken. Nu de tahoeblokjes erbij doen. Voorzichtig omscheppen. Bak de tahoe een minuut. Voeg zout, suiker en sojasaus toe en schep alles voorzichtig om. Zorg ervoor dat de tahoe zich goed vermengt met de sojasaus en de olie. Zet het vuur laag en schep er voorzichtig het in dunne ringetjes gesneden groen van de voorjaarsui door. Laat alles nog een minuut doorbakken. Schep de tahoeblokjes op een voorverwarmde schaal. Serveer direct en geef er rijst en in de wok roergebakken spinazie bij.

 

 

Thaise salade

 

Ingrediënten:

 

1 kleine bloemkool, 1 winterwortel, 1 komkommer, 1 ui, 3 teentjes knoflook, 3 gedroogde kleine rode pepertjes, 1 eetlepel sesamzaad, 1,5 deciliter blanke azijn, 1 eetlepel suiker, 1/2 theelepel zout, 3 eetlepels olie.

 

Deze frisse, lichtzure salade uit de Thaise keuken biedt de mogelijkheid om eens iets heel anders te doen met die oer-Hollandse bloemkool. Maak deze salade bij voorkeur een dag van tevoren, dat komt de smaak alleen maar ten goede. Serveer de salade op een grote, platte schaal.

De bloemkool in kleine roosjes verdelen, goed wassen in een zeef onder koud stromend water. De wortel schillen (dit gaat heel gemakkelijk met een kaasschaaf). De winterwortel in de lengte in vieren snijden en deze repen in blokjes van anderhalve centimeter snijden. De komkommer schillen en ook in de lengte in vieren snijden. Zaadlijsten verwijderen en ook in blokjes snijden. Breng in een steelpannetje de azijn met een deciliter water aan de kook. Suiker en zout erbij doen en al roerend laten oplossen. Als eerste de wortel erbij doen, deksel op de pan en de wortel een minuut of drie laten koken. De bloemkool erbij doen en twee minuten later de komkommer. Even omscheppen en dan het vuur uitzetten. Laat de groenten afkoelen. Ondertussen de ui en knoflook grof snijden. In een keukenmachine de ui, knoflook en verkruimelde pepertjes pureren. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin het gepureerde uimengsel. De groenten met het vocht erbij doen en een minuut of twee roerbakken. Schep de groenten uit de wok in een schaal. Dek de schaal af en laat de groenten afkoelen.

Rooster de sesamzaadjes kort in een hete, droge koekenpan. Strooi vlak voor het serveren de sesamzaadjes over de salade.

 

 

Indiase omelet

 

Ingrediënten:

 

6 eieren, 1/2 eetlepel bloem, 1 ui, 2 teentjes knoflook, 1 groene peper, 1 rode peper, 100 gram champignons, 1/2 groene paprika, 8 takjes verse koriander,1 theelepel komijnzaad, 1 theelepel zout, 2 eetlepels olie.

 

De omelet is in India een geliefd gerecht omdat er zoveel variaties denkbaar zijn om ze te vullen. Er zijn zelfs restaurantjes die zich uitsluitend in omeletten hebben gespecialiseerd. Deze variant laat zich goed combineren met brood en een salade.

De ui in de lengte halveren en daarna in dunne plakjes snijden. Knoflook zo fijn mogelijk hakken. De groene en rode peper in dunne ringetjes snijden. De champignons schoonvegen en in dunne plakjes snijden. De paprika in kleine stukjes snijden. De takjes koriander fijnhakken. In een kom drie eieren met de helft van de bloem en een eetlepel water schuimig kloppen. Voeg de helft van het komijnzaad en het zout toe. Verhit een eetlepel olie in een koekenpan. De helft van ui, knoflook, groene en rode peper, champignons, paprika en verse koriander een minuutje roerbakken. Giet het eimengsel in de pan en roer het even door. Zet het vuur laag en bak de omelet. Keer de omelet met behulp van een bord en laat de omelet van het bord weer in de pan glijden. Bak nu de andere kant goudbruin. Leg de omelet op een bord en dek het af met aluminiumfolie. Bak op dezelfde manier de tweede omelet. Snijd de omelet in punten en serveer er Naan (Indiaas brood) en een salade van komkommer, tomaat en verse munt.

Snijd hiervoor de komkommer en een paar tomaten in kleine stukjes. Muntblaadjes fijnhakken. Meng door een deciliter yoghurt fijngehakte ui en knoflook, een beetje zout en suiker. Maal er versgemalen peper over en schep alles door de komkommer en tomaat. Zet de salade tot gebruik in de koelkast. Maak de salade een paar uur van tevoren zodat deze in de koelkast goed gekoeld wordt.

 

 

Indiase groentencurry

 

Ingrediënten:

 

2 rode uien, 2 teentjes knoflook, stukje gemberwortel (4 cm), 2 flinke aardappelen, ½ bloemkool, 200 gram haricots verts, 2 tomaten, 1 theelepel zout, 1 theelepel gemalen kurkuma (koenjit), 1 theelepel gemalen cayennepeper, 1 theelepel mosterdzaad, 2 theelepels garam masala, 3 eetlepels olie.

 

Dit is een droge groentencurry, dus zonder saus. Aan het eind komt de garam masala erbij. Dit Indiase kruidenmengsel van peper, komijn, koriander, kardamom, kruidnagel en kaneel is kant en klaar te koop. Jammer genoeg verliest dit mengsel na verloop van tijd zijn smaak en geur. Koop er dus niet te veel van en vervang uw voorraadje garam masala ieder jaar door verse.

De rode uien in dunne ringen snijden. De teentjes knoflook met de zijkant van een mes pletten en dan zo fijn mogelijk hakken. Gemberwortel schillen en ook zo fijn mogelijk hakken. Aardappels schillen en in blokjes snijden. De bloemkool in kleine roosjes verdelen. Wassen en goed uit laten lekken. De haricots verts schoonmaken. De tomaten in partjes snijden.

Verhit de olie in een wok. Fruit hierin de uiringen en voeg na een minuut de knoflook en gember toe. Nog eens twee minuten roerbakken en dan de blokjes aardappel toevoegen. De aardappel al omscheppend lichtbruin laten kleuren. Nu de bloemkoolroosjes, de haricots verts en de tomaat erbij doen. Even goed omscheppen en dan de kruiden, zout, gemalen kurkuma, cayennepeper en mosterdzaad erbij doen. Flink omscheppen en een deksel op de wok leggen. Als het gerecht heel droog wordt een paar eetlepels water toevoegen. De groentencurry op een niet te hoog vuur in tien minuten zachtjes gaar laten worden. Als laatste de garam masala er over strooien. Omscheppen en zonder deksel nog even al het vocht laten verdampen. De groentencurry overdoen op een serveerschaal. Vis, kip, vlees of tofu, deze droge groentencurry past er heel goed bij. Zeker bij gerechten die geserveerd worden in een saus. Geef er gekookte witte rijst bij.

 

 

Roergebakken spinazie

 

Ingrediënten:

 

300 gram (wilde) spinazie, 3 teentjes knoflook, 1/2  theelepel garnalenpasta (trasi), 2 eetlepels oestersaus, 1 theelepel suiker, 2 eetlepels olie.

 

In het riviertje achter het huis in Thailand waar we de afgelopen maand verbleven, plukten de dorpsbewoners elke namiddag verse morning glory en ze gingen binnen de kortste keren met tassen vol naar huis. In heel Zuid-Oost-Azië is morning glory een geliefd bijgerecht. Vrijwel overal wordt de groente roergebakken; in Maleisië en Singapore bij voorkeur met knoflook, gember en pepers, in andere landen wordt zij vaak verwerkt in noodlegerechten. In Thailand wordt morning glory meestal op een heel eenvoudige manier bereid met knoflook, oestersaus en trasi.

Het is een groente die hier jammer genoeg niet te koop is. Morning glory heeft knapperige steeltjes en een smakelijk groen blad. Wilde spinazie komt nog het meest in de buurt en omdat die hier wel verkrijgbaar is, heb ik daar in dit recept voor gekozen. In Thailand wordt morning glory ook wel waterspinazie genoemd, omdat zij in het water groeit en dat is kennelijk een goede voedingsbodem, want ze groeit enorm snel. Maar de naam morning glory doet de plant meer recht. Elke ochtend komt er een mooie bloem uit voort die nog diezelfde dag het loodje legt.

 

Was de spinazie en laat deze goed uitlekken. Gebruik eventueel een slacentrifuge. De teentjes knoflook met de zijkant van een mes pletten en daarna grof hakken. Verhit een wok en giet er daarna de olie in. Wals de olie door de wok en voeg dan, als de olie goed heet is, de teentjes knoflook en de trasi toe. Roeren en onmiddellijk de spinazie toevoegen. Kort roerbakken. De oestersaus en de suiker erdoor roeren en het gerecht overdoen op een serveerschaal. Direct serveren. Dit groentegerecht past bij elk vlees- of visgerecht met witte rijst of noodles.

 

 

Pittige ananas

 

Ingrediënten:

 

1 stevige, nog niet helemaal rijpe ananas, 2 uien, 4 teentjes knoflook, stukje gemberwortel (5cm), 2 rode pepers, 2 theelepels gemalen geelwortel (koenjit), 1 ster anijs, 1 kaneelstokje, 6 kruidnagelen, 1 theelepel gemalen kardemom, 1 theelepel zout, 1 eetlepel suiker, 4 eetlepels olie.

Tegenwoordig komt de ananas vooral uit Thailand en de Filippijnen, maar oorspronkelijk is het een Zuid-Amerikaanse plant. Pas in de zeventiende en achttiende eeuw brachten de Spanjaarden hem naar Zuidoost-Azië. En daar is de ananas nu vanwege de zoetzure smaak en het feit dat de ananas bomvol vitaminen zit, een geliefde vrucht bij het ontbijt. In Singapore kwam ik de ananas opeens als een bijgerecht tegen. Heel bijzonder. In dit geval moet de ananas nog niet helemaal rijp zijn. Bij een rijpe ananas laten de kroonblaadjes makkelijk los en hij geurt ook het sterkst als hij rijp is.

De ananas in de lengte in vieren snijden. Schil deze stukken en verwijder alle ‘ogen’, donkere plekjes. Deze stukken schuin insnijden zodat er driehoeken ontstaan. Leg deze stukken in een pan en vul deze met water zodat de ananas net onderstaat. Voeg de gemalen geelwortel toe. Breng het water aan de kook en laat de ananas tien minuten zachtjes sudderen, zonder deksel. Laat de ananas uitlekken in een vergiet. Ondertussen de uien klein snijden. De teentjes knoflook fijnhakken en het stukje gemberwortel schillen en fijnhakken of raspen. De rode pepers in de lengte in vieren snijden en zaad verwijderen. Verhit de olie in een wok en fruit hierin de uien, steranijs, kaneelstokje en de kruidnagelen. Voeg de knoflook en de gember toe en fruit dit nog een minuut of twee mee. Voeg een kwart liter heet water toe, samen met het zout en de suiker. Op hoog vuur twee minuten laten koken en dan de ananas en de rode pepers toevoegen. Twee minuten zachtjes laten sudderen. Het gerecht overdoen op een serveerschaal en direct serveren.

 

Koriander- en muntchutney

 

Ingrediënten:

 

voor de korianderchutney: 75 gram korianderblaadjes, 4 sjalotjes, 3 teentjes knoflook, 2 groene pepers, 1 stukje gemberwortel (2 cm), 1 theelepel zout, 1 theelepel suiker, 2 eetlepels limoensap. Voor de muntchutney: 100 gram verse muntblaadjes, 4 sjalotjes, 2 groene pepers, 1 theelepel zout, 1 theelepel suiker, 2 eetlepels limoensap.

 

Bij vrijwel elke Indiase maaltijd worden bijgerechten geserveerd zoals deze chutneys. Ze zijn van tevoren klaar te maken en kunnen in een goed afgesloten bakje zeker drie dagen bewaard worden. Ook bij een barbecue met bijvoorbeeld lamsvlees smaken chutneys heel goed. Maak ze minimaal twee uur van tevoren en zet ze goed afgedekt in de koelkast.

Verse kruiden doen hier het werk, zoals koriander, een van de meest gebruikte kruiden ter wereld, ook wel Cilantro of Chinese peterselie genoemd. Munt is er in vele soorten. De munt die hier bij de groenteman te koop is, is meestal kruizemunt. Overigens zijn koriander en munt vaak veel goedkoper bij de Turkse winkels. Koriander is niet lang te bewaren. Gebruik het liefst dezelfde dag of zet de bos in een glas water in de koelkast, met een plastic zakje er overheen.

Voor de korianderchutney de onderste stelen van de koriander afsnijden (deze worden niet gebruikt). De sjalotjes, knoflook, groene pepers en gember in stukken snijden en samen met de koriander in een keukenmachine doen. Pureer alles fijn. Voeg dan zout, suiker en limoensap toe. Laat de machine nog even draaien. Proef de chutney en voeg zo nodig nog een beetje suiker of limoensap toe.

Voor de muntchutney de blaadjes van de stelen halen. Alleen de blaadjes worden gebruikt. In een keukenmachine de muntblaadjes, grof gesneden sjalotjes en groene pepers fijn pureren. Voeg zout, suiker en limoensap toe. Proef de chutney en voeg zo nodig nog wat suiker of citroensap toe. Een eetlepel water mag ook, als de chutney te droog is.

 

 

 

Aubergines met aardappelen

 

Ingrediënten:

 

2 kleine aubergines (ongeveer 400 gram), 300 gram kleine aardappelen, 1 kleine ui, stukje gemberwortel (2 cm), 5 teentjes knoflook, 2 groene pepers, 1 tomaat, 1 theelepel komijnzaad, 1 theelepel korianderzaad, 4 kerrieblaadjes, 1/2 theelepel chilipoeder, 1/2 theelepel gemalen kurkuma (koenjit), 1 theelepel zout, 1 eetlepel yoghurt, 1 theelepel bruine suiker, 1 eetlepel citroensap, 4 takjes verse korianderblaadjes, 2 eetlepels olie.

 

Met een kom rijst, gebraden drumsticks, naan (Indiaas brood) en een komkommersalade is dit een heerlijke Indiase maaltijd.

Was de aubergines, verwijder de steel en snijd ze in stukjes van één bij één centimeter. Boen de aardappeltjes schoon en snijd ze, met schil, in stukjes. De ui in dunne ringen snijden. Het stukje gemberwortel schillen en fijnraspen. De teentjes knoflook fijnhakken. De groene pepers kleinsnijden. De tomaat in kleine blokjes snijden. Rooster in een hete droge koekenpan het korianderzaad gedurende een paar minuten. Af laten koelen en het zaad in een vijzel een beetje fijnstampen. Hak de korianderblaadjes fijn. Verhit de olie in een braadpan. Fruit hierin de uiringen lichtbruin. Voeg komijnzaad, de geroosterde koriander en de kerrieblaadjes toe. Eén minuut mee laten bakken en dan de geraspte gember, de helft van de knoflook, chilipoeder, kurkuma en zout erbij doen. Eén minuut roerbakken op een niet te hoog vuur. De aubergines, yoghurt, suiker en de groene pepers toevoegen en nog een minuut of twee al roerend bakken. Voeg anderhalve deciliter water toe, even omscheppen en dan met een deksel op de pan tien minuten zachtjes laten sudderen. De blokjes aardappel en de tomaat erbij doen, omscheppen en met een deksel op de pan nog tien minuten zachtjes laten sudderen. Als het gerecht te droog wordt kunt u er een beetje water bijdoen. Als laatste de overgebleven knoflook, citroensap en de gehakte korianderblaadjes er door roeren en nog een minuutje laten staan. Overdoen op een serveerschaal.

 

 

Songkran-eieren

 

Ingrediënten:

 

4 eieren, 4 sjalotjes, 3 teentjes knoflook, 4 gedroogde rode pepertjes, 2 verse rode  pepers, 1 theelepel trasi (garnalenpasta), 1 theelepel zout, 2 theelepels bruine suiker, ½ eetlepel tamarindepasta, ½ komkommer, 4 takjes koriander, 2 eetlepels gebakken uitjes (fruitjes), 3 eetlepels olie.

 

In april vieren ze in Thailand oud en nieuw.Vanuit Bangkok gaan dagen van tevoren treinladingen vol mensen naar hun geboortedorp om Songkran te vieren. Maar ook in de Thaise hoofdstad staat alles op z’n kop. Ooit was het een goede gewoonte met Songkran elkaars handpalmen met wat water te besprenkelen, bij wijze van symbolische reiniging. Maar inmiddels is die traditie uitgegroeid tot één grote smijtpartij met water. Nergens blijf je droog, in de straten worden vanaf vrachtwagens emmers water over voorbijgangers gekieperd en die schieten dan weer terug met hun goed gevulde waterpistolen. Snacks horen bij Songkran en dit is er één van.

De eieren in acht minuten hard koken. Laten schrikken, pellen en op keukenpapier leggen. Pureer in een keukenmachine sjalotjes, knoflook, gedroogde pepertjes, verse pepers en trasi tot een pasta. Voeg twee eetlepels heet water toe en laat de machine nog even draaien.

Verhit de olie in een wok. Roerbak hierin de eieren tot ze aan alle kanten een lichtbruin kleurtje hebben. Haal ze uit de wok en zet ze even apart.

Roerbak in de achtergebleven olie het mengsel uit de keukenmachine gedurende een minuut of vier op een niet te hoog vuur. Voeg zout, bruine suiker, tamarindepasta en anderhalve deciliter water toe. Breng dit aan de kook en laat dan de eieren een paar minuten al roerend mee sudderen. Leg ze op een schaal en laat ze iets afkoelen. De komkommer in dunne plakjes snijden. Halveer de eieren eventueel voor het serveren. Garneer de schaal met de schijfjes komkommer en takjes koriander. Geef er een kommetje met gebakken uitjes bij.

 

 

Thaise groentencurry

 

Ingrediënten:

 

1 kleine bloemkool, 4 sjalotjes, 1 flinke aubergine, 1 courgette, 2 serehstengels, 2 eetlepels Thaise groene currypasta, 1 eetlepel bruine suiker, 1 rode peper, 6 citroenbladeren, 2 eetlepels vissaus, 80 gram santen, 2 eetlepels limoensap, 2 eetlepels korianderblaadjes, 2 eetlepels olie.

 

Thaise groene currypasta is een pittig, kant en klaar kruidenmengsel. Het is zelf te maken, maar de toko verkoopt het in potjes en zakjes. Om het al te pittige - maar niet de smaak - wat af te zwakken, wordt suiker gebruikt. In dit recept is daarvoor een eetlepel bruine suiker toegevoegd.

De bloemkool in kleine roosjes verdelen, wassen en in een zeef laten uitlekken. De sjalotjes in dunne ringen snijden. De aubergine en de courgette in de lengte halveren en dan in plakjes van ongeveer een centimeter dik snijden. Kneus de serehstengels. Dit gaat het makkelijkst door er met de zijkant van een groot mes op te drukken. De rode peper in dunne schuine ringen snijden. De korianderblaadjes grof hakken. Verhit de olie in een wok. Roerbak de groene currypasta en de bruine suiker gedurende een paar minuten. Voeg dan de gekneusde serehstengels toe. De bloemkoolroosjes, de sjalotjes, aubergine en courgette toevoegen en goed door het kruidenmengsel scheppen. De rode peper en de citroenbladeren erbij doen. Voeg de vissaus toe. Vier deciliter heet water erbij doen en aan de kook brengen. Los de santen al roerend op en zet het vuur wat lager en laat de groenten in ongeveer twintig minuten gaar worden. Regelmatig omscheppen. Voeg als laatste het limoensap toe en schep er de korianderblaadjes doorheen. Verwijder de serehstengels en dien het gerecht op in een serveerschaal. Serveer er Thaise pandanrijst bij. Geef er gegrilde lamskoteletjes bij, ingesmeerd met een beetje olie en alleen gekruid met wat zout en versgemalen peper.

 

 

Roergebakken aubergines

 

Ingrediënten:

 

2 aubergines, 1 rode peper, 3 eetlepels rijstwijn (saké), 3 eetlepels mirin (zoete rijstwijn), 3 eetlepels basterdsuiker, 3 eetlepels sojasaus, 3 eetlepels donkere miso (sojabonenpasta), 4 eetlepels sesamolie.

 

In sommige recepten krijg je het advies aubergines eerst te bestrooien met zout, een half uurtje te laten staan en daarna af te spoelen en uit te laten lekken. Het overtollige water moet er vervolgens uit worden geknepen. Deze methode zou het bittere vocht aan de aubergines onttrekken. Zelf doe ik het zo al jaren niet meer. Kennelijk zijn de aubergines van nu niet zo bitter meer. Met zout bestrooien is dus ook niet meer nodig. In dit gerecht uit de Japanse keuken zit behalve een droge rijstwijn (saké) ook een zoete rijstwijn: mirin. Miso is een gefermenteerde sojabonenpasta. Er zijn verschillende soorten miso: rode, gele en bijna zwarte. Japanse ingrediënten zijn te koop bij de toko en ook vaak bij natuurvoedingswinkels.

De aubergines in stukjes snijden. De rode peper in dunne ringetjes snijden. In een kommetje de saké, mirin, basterdsuiker en de sojasaus met elkaar vermengen. In een ander kommetje de miso losroeren met een paar eetlepels water. Verhit de olie in een wok. Roerbak de rode peper gedurende één minuut op hoog vuur. De aubergines toevoegen en regelmatig roeren. Als de aubergines na een minuut of zeven zacht zijn, het kommetje sakémengsel toevoegen. Op niet te hoog vuur nog een minuut of drie roerbakken. De miso erbij doen en na twee minuten het gerecht overdoen in een kom.

Serveer bij deze aubergines enkele pakketjes gestoomde zalmfilet. Roer een beetje wasabi (Japanse mosterd) los met een beetje water. Bestrijk hiermee een vel nori (zeewier) en vouw dit om de vis heen. Leg met de gevouwen kant naar beneden in een stoompan. Na een minuut of tien is de vis gaar.

 

 

Gebakken aubergines

 

Ingrediënten:

 

2 aubergines totaal ongeveer 500 gram, 6 teentjes knoflook, 6 voorjaarsuitjes, stukje laos (2 cm), 1 groene peper, 1 rode peper, 2 theelepels gemalen komijn (djinten), 1/2 theelepel gemalen kardemom, 1/2 kaneelstokje, 1 eetlepel milde currypasta (potje), 50 gram santen, zout, 6 eetlepels olie.

 

In Singapore, waar dit gerecht vandaan komt, zijn aubergines op de markten in alle soorten en maten te koop: van wit tot donker paars, van rond tot langwerpig. Voor dit gerecht kunt u de hier bekende paarse nemen. Currypasta is een mengsel van verse en gedroogde kruiden in olie. In de supermarkt zijn vooral de Thaise groene en rode currypasta te koop. Deze zijn vaak flink pittig. De toko heeft ze in vele soorten. Vraag voor dit gerecht om een milde soort.

Was de aubergines en verwijder de stelen. De aubergines in dobbelstenen snijden. De teentjes knoflook zo fijn mogelijk hakken. De voorjaarsuitjes in dunne ringetjes snijden. Laos schillen en zo fijn mogelijk hakken of raspen. De groene en de rode peper in dunne ringetjes snijden. Verhit de olie in een braadpan. Als de olie goed heet is, de aubergineblokjes toevoegen. Schep de blokjes regelmatig om tot ze zacht zijn. Schep ze uit de pan en laat ze op wat keukenpapier uitlekken. Voeg zo nodig nog een eetlepel olie toe aan de pan en fruit hierin de knoflook en voorjaarsuitjes gedurende een minuut of twee. Voeg laos en de rode en groene peper toe en roerbak nog een minuut. Komijn, kardemom, kaneelstokje en de currypasta erbij doen. Regelmatig roeren. Na een minuut of vier een kwart liter heet water en de santen toevoegen. Los de santen al roerend op. De aubergineblokjes erbij doen en alles nog een minuut of tien op een zacht vuurtje laten staan. Proef de saus en voeg naar smaak zout toe. Verwijder het kaneelstokje. Het gerecht overdoen in een serveerschaal. Lekker met witte rijst, schijfjes komkommer en partjes tomaat.

 

 

Groenten met pindasaus

 

Ingrediënten:

 

2 grote aardappelen, 250 gram spitskool, 100 gram verse spinazie, 1/2 struik paksoi, 200 gram sperziebonen, 150 gram taugé, 1/2 komkommer, 2 eieren, 2 eetlepels fruitjes. Voor de saus: 1/2 pot pindakaas, 2 rode pepers, 2 teentjes knoflook, 3 deciliter water 1 eetlepel tamarindepasta, 2 eetlepels ketjap manis, 2 salambladeren, 2 citroenbladeren (djeroek poeroet), 1 theelepel bruine suiker, zout, 1 eetlepel olie.

 

De aardappelen in de schil gaarkoken, af laten koelen en de schil verwijderen. In dunne plakjes snijden. De spitskool in de lengte doormidden snijden. Stronk en harde nerf verwijderen. In repen snijden. Was de spitskool, laat ze uitlekken. Breng een pan met water aan de kook. Leg hierin de spitskool en kook ze een paar minuten. De kool moet knapperig blijven. In een vergiet uitlaten lekken. Was de spinazie en maak de blaadjes droog met een slacentrifuge of in een schone theedoek. Verwijder de stronk van de paksoi. Snij in repen en kook de paksoi kort. De sperziebonen schoonmaken en beetgaar koken. De taugé overgieten met kokend water en uit laten lekken. De eieren zes minuten koken en in plakjes snijden. Voor de saus de rode pepers en de knoflook fijnhakken. Verhit de olie in een steelpan. Fruit hierin de pepers en knoflook lichtbruin. Voeg de pindakaas en drie deciliter water toe. Roer alles goed en breng de saus al roerend aan de kook. Nu de tamarindepasta, ketjap manis, salambladeren, citroenbladeren en de bruine suiker erbij doen. Goed roeren en de saus op een laag vuur een kwartiertje laten sudderen. Voeg zo nodig nog wat water toe. Haal de bladeren uit de saus, proef de saus en voeg naar smaak wat zout toe. Zet het vuur uit en laat de saus iets afkoelen. Leg op een grote schaal de spitskool, daar bovenop de spinaziebladeren, dan de paksoi, de sperziebonen, de plakjes aardappel, de taugé en leg langs de rand de plakjes komkommer en de in partjes gesneden eieren. Overgiet de groenten met de saus.

 

 

Sambal taotjo

 

Ingrediënten:

 

2 eetlepels taotjo, 1 ui, 3 teentjes knoflook, 1 rode en 1 groene peper, 8 rawits, 2 salambladeren, 4 citroenbladeren (djeroek poeroet), 1 serehstengel, stukje laos (1 cm), 1 theelepel geroosterde trasi (garnalenpasta), 4 volle eetlepels sambal oelek, 1 dessertlepel tamarindepasta, 1 dessertlepel ketjap manis, 1 dessertlepel suiker, 2 eetlepels olie.

 

Sambal maken is een leuk werkje en er zijn vele variaties mogelijk. Een bekende uit de Indonesische keuken is sambal taotjo. Taotjo is een zoute, zwarte bonenpasta en is bij de toko te koop in kleine blikjes. Maak eens een extra portie om cadeau te geven, in een mooi potje met een mooi etiket. Zelf gemaakt. Met het restant van het blikje taotjo kunt u een roerbakgerecht maken met reepjes kipfilet, ui, groene paprika en rode peper. Veel meer kruiden zijn niet nodig. Rawits, ze worden ook wel eens lombok rawits of tjabé rawits genoemd, zijn scherpe, kleine pepertjes in rood en groen. Hoe kleiner ze zijn, hoe scherper ze smaken.

De ui en de teentjes knoflook in een keukenmachine fijnhakken. De pepers in dunne ringetjes

Snijden. Verwijder de steeltjes van de rawits. Schil het stukje laos. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin ui en knoflook op een niet te hoog vuur glazig. Voeg de pepers en rawits toe. Even meebakken en dan de salambladeren, citroenbladeren, gekneusde serehstengel, laos en de verkruimelde trasi erbij doen. Laat dit een minuut of twee mee bakken. De taotjo, sambal oelek en de tamarindepasta toevoegen en alles goed omscheppen. Voeg een halve deciliter heet water toe en roer goed, om de tamarindepasta op te laten lossen. Roer de ketjap manis en de suiker door de sambal en laat het tien minuten zachtjes sudderen. Af en toe roeren. Laat de sambal helemaal afkoelen en verwijder dan de salambladeren, citroenbladeren, sereh en het stukje laos uit de sambal taotjo. De sambal overdoen in een goed schoongemaakte pot. Deze sambal taotjo is zeker een maand in de koelkast te bewaren.

 

 

Telor Petis

 

Ingrediënten:

 

4 eieren, 1 eetlepel petis udang, 1 ui, 4 teentjes knoflook, 2 rode pepers, 2 kemirienoten, 2 salambladeren, 1 serehstengel, stukje laos (1 cm), 2 theelepels gemalen koriander (ketoembar), 1/2  theelepel zout, 2 theelepels gemalen kurkuma (koenjit),  1/2  eetlepel tamarindepasta, 1 1/2  eetlepel ketjap manis (zoet), olie.

 

Petis is een garnalenpasta uit Indonesië. Het is een donker, dik, stroperig goedje dat door de gefermenteerde garnalen een sterke garnalensmaak heeft. Het wordt veel gebruikt om sauzen op smaak te brengen. Petis udang (udang is Indonesisch voor garnalen) wordt in potjes verkocht bij de toko.

Kook de eieren hard in ongeveer 7 minuten. Ui en knoflook in een keukenmachine fijnhakken. De rode pepers in dunne ringetjes snijden. De kemirienoten fijnstampen. De serehstengel kneuzen, bijvoorbeeld door er een knoop in te leggen of geef er met de platte kant van een mes een ferme klap op. De laos schillen. Verhit 2 eetlepels olie in een wok. Fruit hierin de ui, knoflook en rode pepers glazig, op een niet te hoog vuur. Voeg nu  kemirienoten, salambladeren, sereh,  laos, gemalen koriander, zout, en kurkuma toe. Fruit deze kruiden een paar minuten mee. Giet anderhalve deciliter heet water in de wok en roer hier de tamarindepasta door. Nu de petis en de ketjap manis erdoor roeren en het geheel een minuut of vijf laten sudderen. Pel de eieren en dep ze droog met keukenpapier. Verhit in een braadpan een laagje olie. Bak hierin de eieren met behulp van twee pollepels rondom lichtbruin. De eieren in de saus leggen en nog een paar minuten mee laten sudderen. Proef de saus en voeg zo nodig nog een schepje sambal oelek toe. De saus mag pittig zijn. Haal de serehstengel, laos en de salambladeren uit de saus en serveer de eieren met de saus op een serveerschaal.

 

 

Sambal Peteh

 

Ingrediënten:

 

100 gram petehbonen, 1 flinke ui, 4 teentjes knoflook, 6 eetlepels sambal oelek, 1 dessertlepel tamarindepasta, 2 salambladeren, 3 citroenbladeren (djeroek poeroet), stukje laos (2 cm), 1 theelepel trasi (geroosterde garnalenpasta), 1 dessertlepel suiker, ½ theelepel zout, 3 eetlepels olie.

 

Als hij nog aan de petehboom hangt, ziet de vrucht er precies zo uit als een peul. Maar zodra je hem dopt om de bonen eruit te halen, ruik je dat het niet om peultjes gaat! Stinkbonen

worden ze wel genoemd, maar in de Indonesische keuken is dat geen beletsel om petehbonen veel te gebruiken in sambals en sajoers. Die combinatie van een lekkere smaak en een niet al te charmante geur komt wel vaker voor, zoals bij trasi (garnalenpasta) en de doerian, een grote vrucht die vanwege zijn stank zelfs op de verboden lijst staat bij luchtvaartmaatschappijen in Azië. Bij veel winkels in Thailand zie je een verbodsbord op de deur met een doerian en een streep erdoor: hier ben je niet welkom als je een doerian bij je hebt. Petehbonen zijn te koop bij de toko en ze kunnen in de diepvries worden bewaard.

De ui en knoflook pellen en in stukken snijden. In een keukenmachine of hakmolen van de staafmixer, ui en knoflook fijnhakken. De petehbonen grof hakken. Het stukje laos schillen en in drieplakjes snijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin ui en knoflook glazig. Voeg de salam- en citroenbladeren toe. Laos, trasi, suiker en zout erbij doen en een paar minuten zachtjes meelaten bakken. Roer nu de sambal oelek door het kruidenmengsel en vervolgens de tamarindepasta met een halve deciliter water. Even omroeren en dan de gehakte petehbonen erbij doen. Zet het vuur laag en laat de sambal peteh nog tien minuten zachtjes sudderen. Zet het vuur uit en laat de sambal helemaal afkoelen. De sambal overdoen in een goed schoongemaakte pot. U kunt de sambal zeker een maand, afgedekt in de koelkast bewaren. Deze sambal past heel goed bij een gerecht met garnalen.

 

 

Gevulde courgettes

 

Ingrediënten:

 

2 lange, dunne courgettes, zout, 150 gram gehakt (half om half), 50 gram Noorse garnalen, 2 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, 2 verse citroenbladeren, 6 takjes koriander, 1/2 theelepel bruine suiker, 1/2 eetlepel Thaise vissaus, 3 eetlepels kokosmelk uit blik, 1 eetlepel cashewnoten, olie.

 

Een hoofd-,bij- of voorgerecht dat grotendeels van tevoren klaar te maken is. Alleen het stomen moet vlak voor het serveren gebeuren. Zet de al gevulde courgettes tot gebruik afgedekt in de koelkast. Was de courgettes en verwijder de uiteinden. Snij elke courgette in acht stukken en hol ze uit met een meloenballetjes-lepel. Laat een klein bodempje over zodat het een stevig bakje is geworden. Bestrooi de binnenkant met een beetje zout en zet ze omgekeerd even apart. De courgette-balletjes die u er zojuist heeft uitgehaald, worden in dit recept niet gebruikt. U kunt ze in een soep of een salade verwerken.

Voor de vulling de sjalotjes, teentjes knoflook, citroenbladeren en de blaadjes koriander zo fijn mogelijk hakken. De Noorse garnalen in stukjes snijden. In een kom het gehakt, garnalen, sjalotjes, knoflook, citroenbladeren, koriander, bruine suiker, vissaus en de dikke kokosmelk goed mengen. Dep de courgettebakjes droog met wat keukenpapier en vul ze met het gehaktmengsel.

Smeer de bodem van het stoomgedeelte van de pan in met een beetje olie en zet hier de gevulde courgettes op. Met een beetje geluk - en een grote stoompan - passen ze er allemaal in. Anders zult u in twee keer moeten stomen. Houd de eerste serie dan warm op een heet bord en afgedekt met alu-folie. Breng in een pan een flinke laag water aan de kook. Zet hierop het stoomgedeelte en laat de courgettes met een deksel op de stoompan in ongeveer tien minuten gaar worden. Zet de gestoomde courgettes op een grote schaal of als u ze als voorgerecht wilt serveren, op ieder bord vier. Hak de cashewnoten fijn en leg op ieder bakje een klein beetje van de cashewnoten.

 

 

Eiercurry

 

Ingrediënten:

 

8 eieren, 2 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, stukje verse gemberwortel, 1 rode peper, 1 theelepel garam masala, 1/2 theelepel gemalen kurkuma (koenjit), 2 theelepels gemalen koriander (ketoembar), 1/2 theelepel gemalen komijn (djinten), 1 theelepel zout, 100 gram diepvries doperwten, 1 vleestomaat, 1 groene peper, 2 eetlepels korianderblaadjes, 2 eetlepels olie.

 

Een gerecht uit de Indiase keuken. Lekker gekruid met garam masala, een mengsel van diverse specerijen, koriander en komijn. En snel te maken, want terwijl de eieren koken, kunt u het snij- en hakwerk doen. De eieren in ongeveer acht minuten hard koken. Laten schrikken onder koud water. De eieren pellen en apart zetten. De sjalotjes klein snijden. Knoflookteentjes, het stukje gemberwortel en de rode peper zo fijn mogelijk hakken. De tomaat in stukjes en de groene peper in dunne ringetjes snijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin de sjalotjes lichtbruin. Voeg knoflook, gemberwortel en rode peper toe. Even omscheppen en dan garam masala, kurkuma, koriander, komijn en zout toevoegen. De hardgekookte eieren en de blokjes tomaat erbij doen. Voorzichtig door het kruidenmengsel scheppen. Na twee minuten een kwart liter water toevoegen en aan de kook brengen. De doperwten en de groene peper erbij doen en het gerecht ongeveer vijf minuten zachtjes laten sudderen. Proef de saus en voeg zo nodig nog wat zout toe. Als de doperwten gaar zijn de eieren uit de wok scheppen, in partjes snijden en op een serveer schaal leggen. Giet de doperwten en de saus over de eieren. Garneer de eiercurry met de korianderblaadjes. Serveer direct met een kom gekookte Basmatirijst.

 

 

Kikkererwtensalade

 

Ingrediënten:

 

1 blik kikkererwten, 3 vastkokende aardappelen, 200 gram (boter)sla,  1 rode ui, 2 tomaten, 100 gram komkommer, 100 gram rettich, stukje gemberwortel (2 cm), 1 citroen, 1 theelepel chilipoeder, 1 theelepel komijnzaad, 1 theelepel zout, 1 theelepel versgemalen peper, 2 eetlepels verse korianderblaadjes, 2 eetlepels verse muntblaadjes. Voor de tamarindesaus: 4 eetlepels tamarindepasta, 1 theelepel komijnzaad, 3 eetlepels suiker, 1/2 theelepel garam masala, 1/2 eetlepel citroensap, zout en versgemalen peper.

 

We beginnen met het maken van de saus voor de kikkererwtensalade. Er is dan genoeg tijd om de tamarindesaus te laten afkoelen. Rooster in een koekenpan zonder olie de komijnzaadjes. Haal ze uit de pan. Verhit in een steelpannetje de tamarindepasta samen met anderhalve deciliter water. Voeg de geroosterde komijnzaad, suiker en garam masala toe. Aan de kook brengen en regelmatig doorroeren. Een paar minuten zachtjes laten sudderen.

Citroensap en zout en versgemalen peper naar smaak toevoegen. De saus overdoen in een kommetje en af laten koelen.

De kikkererwten in een vergiet leggen, afspoelen met koud water en uit laten lekken. De aardappelen schillen en in kleine blokjes van 1 cm snijden. Kook de aardappelblokjes in een minuut of zes gaar. In een vergiet leggen en af laten koelen. De kikkererwten in een schaal leggen en hier chilipoeder, gekneusde komijnzaad, zout, versgemalen peper kleingesneden koriander en muntblaadjes aan toevoegen. Goed omscheppen. De aardappelblokjes erbij doen en nogmaals omscheppen. De ui, tomaten, komkommer en rettich in dunne plakjes snijden. De gemberwortel in dunne reepjes snijden. Verdeel de sla over vier borden. Schep in het midden de kikkererwten en leg hierop de uiringen en gember. Garneer de borden met de tomaat, komkommer, rettich en de in partjes gesneden citroen. Serveer met Naan (Indiaas brood) en de afgekoelde zoetzure tamarindesaus.

 

 

Gemengde groenten in kokossaus

 

Ingrediënten:

 

1 kleine aubergine, 250 gram groene asperges,

8 minimaïs uit blik, 4 worteltjes, 12 peultjes,

4 kleine broccoliroosjes,  4 rode pepertjes,

2  verse serehstengels, 4 citroenbladeren

(djeroek poeroet), 100 gram santen, 2 eetlepels

Thaise vissaus, 12 blaadjes basilicum,

2 eetlepels olie.

 

De groenten in dit gerecht worden gekookt in een behoorlijk pittige kokossaus. Lijkt vier rode pepertjes u te veel, gebruik er dan twee of drie.

De aubergine wassen, steeltje verwijderen. De aubergine in tweeën snijden en daarna in de lengte in partjes verdelen. De groene asperges in tweeën snijden. De maïs wassen, in een vergiet uit laten lekken en in de lengte halveren. Ook de worteltjes schoonmaken en in de lengte halveren. Peultjes en broccoli wassen.

De rode pepertjes, de serehstengels (alleen het witte deel) en de citroenbladeren in stukken snijden en met behulp van een keukenmachine of een vijzel pureren. Verhit de olie in een wok. Roerbak hierin het gepureerde mengsel gedurende een minuut of twee. Voeg het blok santen toe samen met drie deciliter water. Breng het vocht al roerend aan de kook. Voeg nu de groenten toe en kook ze in vijf tot zeven minuten gaar. Niet te lang door laten koken, ze mogen nog een beetje knapperig zijn. Breng het gerecht op smaak met vissaus. De groenten overdoen in een serveerschaal. De basilicumblaadjes in reepjes snijden en over de groenten verdelen. Geef bij deze groenten een kom witte rijst en gebakken kip of vis.

 

 

Gestoomde eieren met garnalen

 

Ingrediënten:

 

4 eieren, 4 grote garnalen, stukje verse gemberwortel (1 1/2 cm), 1 eetlepel vissaus, versgemalen zwarte peper, 2 voorjaarsuitjes, 4 teentjes knoflook, 4 takjes koriander, 1 eetlepel olie.

 

Een heel leuk voor- of bijgerecht uit de Thaise keuken. Tot aan het stomen kunt u de kommetjes al van tevoren klaar maken. Zet ze dan tot gebruik afgedekt in de koelkast. In plaats van garnalen kunt u ook gehakte biefstuk nemen en dan is 125 gram voldoende voor dit gerecht.

De garnalen pellen, zwarte draad verwijderen, afspoelen met koud water en uit laten lekken. Verdeel de garnalen in vieren. Gemberwortel schillen en fijn raspen. In een kom garnalen, gemberwortel, vissaus en versgemalen zwarte peper (ongeveer een halve theelepel) met elkaar vermengen. De voorjaarsuitjes schoonmaken en klein snijden. In een flinke kom de eieren samen met 1 ½ deciliter water loskloppen, niet schuimig. Nu het garnalenmengsel en de voorjaarsuitjes erdoor roeren.  Schenk het eimengsel in vier vuurvaste kommetjes.

Breng in een pan water aan de kook. Plaats hierin een stoommandje met de vier kommetjes en leg een deksel op de pan. Zet het vuur laag en stoom de eieren in tien minuten gaar. Haal even het deksel van de pan en controleer of het eimengsel goed gestold is. Verleng de tijd zo nodig.

Ondertussen de teentjes knoflook pellen en in dunne plakjes snijden. Verhit de olie in een pan en fruit hierin de plakjes goudbruin. Bak ze al roerend op een niet te hoog vuur, want knoflook kan snel verbranden.

Haal de kommetjes uit de stoompan en verdeel de knoflook over de eieren. Garneer met een klein takje koriander.

 

 

Chinese koolsalade

 

Ingrediënten:

 

1 kleine Chinese kool, 1 theelepel zout, 1 limoen, 2 eetlepels vissaus, 25 gram santen, 2 rode pepers, 4 teentjes knoflook, 4 sjalotjes, 2 eetlepels pinda’s, 2 eetlepels olie.

 

Een koolsalade die goed past bij een Aziatische maaltijd. Maar deze salade is ook lekker bij gebakken karbonades en een kom rijst.

De kool in dunne repen snijden. Breng een pan met water aan de kook. Voeg het zout toe en de kool. Na twee minuten het vuur uitzetten en de kool in een vergiet uit laten lekken.

Voor de dressing de limoen wassen. Rasp de schil. Voeg hier twee eetlepels limoensap en de vissaus aan toe.

Breng in een steelpannetje anderhalve deciliter water aan de kook. Los hier al roerend de santen in op. In een kom scheppen, iets af laten koelen en de dressing er goed doorheen mengen.

De rode pepers in de lengte halveren, zaad verwijderen en in dunne reepjes snijden. De teentjes knoflook in dunne plakjes snijden. De sjalotjes in dunne ringetjes snijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin de pepers, knoflook en sjalotjes. Blijf roeren anders plakken de plakjes knoflook aan elkaar. De sjalotjes en knoflook moeten goudbruin gebakken worden. Pas op voor oververhitting. Aangebrande knoflook is echt niet lekker. Schep het mengsel op een velletje keukenpapier om uit te lekken.

Schep de uitgelekte kool door de dressing. Leg de Chinese koolsalade op een groot bord of serveerschaal. Strooi er het gefruite mengsel over. Hak de pinda’s grof en strooi deze als laatste over de kool.

 

 

 

Eieren in chilisaus

 

Een pittig gerecht om het nieuwe jaar in te luiden. Niet alleen als snack maar ook bij een bordje gebakken rijst of bami een lekkere aanvulling.

 

Ingrediënten:

 

6 kleine eieren, 6 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, 6 gedroogde rode pepertjes, 2 verse rode pepers, 1 theelepel trasi (garnalenpasta), 1 theelepel zout, 1 theelepel bruine suiker, 1 dessertlepel  tamarindepasta, 2 eetlepels gebakken uitjes (fruitjes), 3 eetlepels olie.

 

De eieren in acht minuten hard koken. Laten schrikken, pellen en op keukenpapier leggen. In een keukenmachine sjalotjes, knoflook, gedroogde pepertjes, verse pepers en trasi tot een pasta pureren. Voeg twee eetlepels heet water toe en laat de machine nog even draaien.

Verhit de olie in een wok. Roerbak hierin de eieren tot ze aan alle kanten een lichtbruin kleurtje gekregen hebben. Haal ze uit de wok en zet ze even apart.

Roerbak in de achtergebleven olie het mengsel uit de keukenmachine gedurende een minuut of vier op een niet te hoog vuur. Voeg zout, bruine suiker, tamarindepasta en anderhalve deciliter water toe. Breng dit aan de kook en leg dan de eieren in de saus. Laat de eieren twee minuten al roerend mee sudderen. De eieren op een schaal leggen en buiten de koelkast af laten koelen. Halveer de eieren voor het serveren. Garneer de schaal met wat schijfjes komkommer en takjes krulpeterselie. Serveer de eieren op kamertemperatuur. Geef er een klein kommetje met gebakken uitjes bij. Deze zijn kant en klaar te koop maar ook makkelijk zelf te maken. Heel lekker zijn gebakken sjalotjes. De sjalotjes in heel dunne ringen snijden. Droogdeppen met keukenpapier. In een laagje olie frituren tot ze goudbruin zijn. Met een schuimspaan uit de pan scheppen en op keukenpapier uit laten lekken. Met gewone uien kan het ook. Snij deze dan niet in ringen maar eerst in vieren en dan in dunne kwart ringen.

 

Roti canai

 

Ingrediënten:

 

400 gram bloem, 1/2 eetlepel poedersuiker, 1 theelepel zout, 1 klein ei, 1 1/2 deciliter warm water, 2 eetlepels olie.

 

In Singapore en Maleisië wordt roti canai vaak als ontbijt gegeten, maar het past ook prima bij een curry of een dhal. Je scheurt er een stuk van af en gebruikt dat als een lepel. Ze worden ook wel met een pittig dipsausje geserveerd.

Roti canai zien eruit als pannenkoeken en ze doen ook vanwege de naam denken aan de Surinaamse roti, maar ze zijn veel lichter en knisperiger. Het is een hele kunst om het deeg voor roti canai te maken zoals het echt hoort: flinterdun. Geoefende koks maken er in hun open restaurants in de straten van Singapore en Maleisië graag een show van, net zoals de pizzabakker zijn deeg luchtig maakt door het in de lucht te gooien.

Houdt er rekening mee dat alleen al het bakken van twaalf roti canai wel minimaal een half uur duurt. De voorbereidingstijd is een kwartiertje en daarna moet het deeg nog minstens een uur rusten.

De bloem samen met de poedersuiker en het zout boven een kom zeven. Klop het ei los en voeg dit toe. Heet water erbij doen en met de handen tot een soepel deeg kneden. Maak er een stevige bal van . Voeg zo nodig nog een paar eetlepels heet water toe. Kneed het deeg minimaal een minuut of vijf. Maak van het deeg twaalf kleine balletjes. Besprenkel deze deegballetjes met een beetje olie en zet ze afgedekt weg. Laat het deeg minimaal een uur rusten.

Verhit een beetje olie in een koekenpan, of nog beter: een speciale lage pannenkoekpan. Pak een deegballetje en druk met de duim vanuit het midden het balletje tot een dunne, bijna doorschijnende deeglap. Bak de roti aan beide zijden lichtbruin. De gebakken roti op een bord leggen en afdekken met een stuk alu-folie. Bak ze zo alle twaalf. Vouw de roti in vieren en leg er op ieder bord drie. Serveer de roti met een pittig currygerecht.

 

 

Thaise gemengde salade

 

Ingrediënten:

 

ijsbergsla,2 eieren,100 gram broccoliroosjes, 2 vleestomaten,1 komkommer,1 kleine rode paprika,1 ui,4 voorjaarsuitjes,2 eetlepels korianderblaadjes.

Voor de saus:75 gram ongezouten pinda's,1 deciliter vers citroensap,2 eetlepels azijn,3 eetlepels suiker,2 theelepels zout,1 eetlepel Thaise vissaus,1 rode peper,water.

 

Maak de saus door in een keukenmachine de pinda's, citroensap, azijn, suiker, zout, vissaus en de rode peper tot een pasta te pureren. Voeg nog drie of meer (afhankelijk van de dikte) eetlepels water toe. Laat de machine nog even draaien. Proef de saus en voeg eventueel nog wat citroensap of suiker toe.

Was de slabladeren en laat ze goed uitlekken. Kook de eieren ongeveer acht minuten. Eieren pellen en halveren. De broccoliroosjes een minuut blancheren in kokend water. Laat ze goed uitlekken. De tomaten in partjes snijden. De komkommer schillen, in de lengte halveren en dan in plakjes snijden. De paprika van zaadlijsten ontdoen en in dunne reepjes snijden. De ui in dunne ringen snijden en de voorjaarsuitjes in stukjes van ongeveer twee centimeter snijden.

Bekleed een grote platte schaal met ongeveer zes of acht slabladeren. Verdeel hierover de broccoliroosjes, tomaten, komkommer, paprika, ui en voorjaarsuitjes. Leg er de gehalveerde eieren bovenop en strooi er wat korianderblaadjes overheen. Schep de helft van de saus over de salade en geef de rest er in een apart kommetje bij.

 

Rijstrolletjes

Ingrediënten:

500 gram ketan (kleefrijst), 1 serehstengel, 30 gram santen, 1 theelepel zout. Voor de vulling: 350 gram kipfilet, 1 sjalotje, 1 teentje knoflook, 1 kemirienootje, 1 blaadje salam, 1 serehstengel, stukje laos (1 1/2 cm), 1 theelepel gemalen kurkuma (koenjit), 1 theelepel gemalen koriander (ketoembar), 1/2 theelepel gemalen komijn (djinten), 1/2  theelepel garnalenpasta (trasi), 1 theelepel suiker, 1 theelepel zout en 1/2  theelepel versgemalen witte peper en 2 eetlepels olie. Voor het inpakken van de rolletjes: plasticfolie of aluminiumfolie.

De rijst in een zeef leggen en goed afspoelen met koud stromend water. De rijst in een pan leggen en 6 deciliter water toevoegen. Kneus de serehstengel en leg er een knoop in. Bij de rijst doen, met de santen en het zout. Breng de rijst al roerend aan de kook. Blijf goed over de bodem roeren tot de rijst al het vocht heeft opgenomen. Zet de pan van het vuur. Breng in een stoompan een laag water aan de kook. Schep de rijst in een stoommand en kook de rijst in een half uur gaar. De serehstengel verwijderen.
De kipfilet in een keukenmachine fijnhakken. Kemirienootje fijnwrijven. Sjalotje en knoflook zo fijn mogelijk hakken. Laoswortel schillen en in tweeën snijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin ui en knoflook. Voeg het kippenvlees toe en roerbak dit even mee. Nu het salamblad, gekneusde serehstengel, laos, kurkuma, gemalen koriander, gemalen komijn, garnalenpasta, suiker, zout en peper toevoegen. Schep alles goed om en voeg een paar eetlepels water toe. Laat dit een minuut of twintig zachtjes sudderen. Voeg zo nodig wat water toe. Op het laatst moet de vulling droog zijn. Leg 12 stukjes folie klaar. Schep hier wat rijst op en druk dit plat. Leg er een schep van de vulling op en rol de rijst om de vulling. Folie aan de uiteinden goed dichtvouwen. Maak zo alle rolletjes. Rolletjes in aluminiumfolie kunt u weer opwarmen in de oven, rolletjes in plasticfolie kunnen opgewarmd worden in de magnetron of in een stoommandje.

 

Dahl

Ingrediënten:

250 gram linzen,2 theelepels zout, 2 theelepels kurkuma (koenjit), 1 groene peper (fijngehakt), 1 grote ui, 1 teentje knoflook,1 theelepel cayennepoeder, 2 theelepels zwart mosterdzaad,
2 eetlepels olie.

Er zijn in India vele soorten linzen verkrijgbaar in alle kleuren en maten. De naam Dahl kan nogal verwarrend werken, want in India staat Dahl (ook wel Dal of Dhal) eigenlijk meer voor een verzamelnaam van alle peulvruchten. Toch wordt er meestal linzen mee aangeduid. Vooral in het (vegetarische) zuiden van India wordt dit gerecht veel gegeten, omdat het een schotel is die bijzonder voedzaam is en zowel koolhydraten als eiwitten bevat. Alle in Nederland verkrijgbare soorten linzen zijn geschikt om in dit pittige gerecht te verwerken.
De linzen in een zeef onder koud stromend water goed wassen. Doe in een pan 3/4 liter water en week hierin de linzen ongeveer anderhalf uur. Breng de linzen in het weekwater aan de kook en voeg er het zout, kurkuma en fijngehakte peper aan toe.
Zodra het gerecht aan de kook is, een deksel op de pan leggen en het vuur laag zetten. De linzen in ongeveer 1 uur gaar laten worden. Ondertussen de ui en de knoflook fijnsnijden. Verhit in een koekenpan de olie en fruit hierin op laag vuur ui, knoflook, cayennepeper en mosterdzaad zachtjes aan.
 Roer dit mengsel voorzichtig door de linzen en laat het de laatste 10 minuten meekoken. Haal de deksel van de pan en laat het vocht verdampen.

 

Gesmoorde prei

Ingrediënten:

1 kilo prei, 1 teentje knoflook (fijngehakt), 1 theelepel gemalen koriander (ketoembar), 2 theelepels garam massala, 1 theelepel verse gemberwortel (geraspt), 1 theelepel zout, 2 eetlepels olie.

Meestal wordt prei als smaakmaker verwerkt in gerechten. Wij doen het in de erwtensoep of in de nasi, maar we gebruiken prei eigenlijk veel te weinig om er een compleet groentegerecht mee te maken. Als een op zichzelf staand groentegerecht is het op z'n oosters gekruid een lekker gerecht dat zowel bij een Indiaas als een Hollands etentje past. Dit gerecht komt uit India, waar veel groente wordt gegeten. Het is een vrij droog gerecht, dus er komt geen saus bij. Spoel de preien schoon en snijd ze in 1 centimeter brede ringen. Laat de prei goed uitlekken. Hak de knoflook fijn en rasp het stukje gemberwortel.
Verhit de olie in een pan en fruit hierin de knoflook en de gemalen koriander even aan. De garam massala, gemberwortel en zout erbij doen en goed doorroeren.
De preiringen toevoegen en alles goed omscheppen. Zet het vuur lager en leg een deksel op de pan. Het gerecht zachtjes 10 minuten laten smoren. Af en toe roeren. Mocht het gerecht te droog worden enkele eetlepels water toevoegen.
Serveer de gekruide prei bijvoorbeeld met witte rijst en gegrilde karbonades of gebakken vis.

Groene chutney en Indiase aardappelen

Ingrediënten:

voor de verse groene chutney: 4 eetlepels yoghurt, verse munt, verse koriander, 1 groene peper, snufje zout, citroensap.
Voor de aardappelen: 1 kilo vastkokende aardappelen, 2 uien, 2 groene pepers, 2 gedroogde rode pepers, 1 theelepel panchphoren, 1/2 theelepel gemalen kurkuma (koenjit), 2 theelepels zout, 4 takjes koriander, 2 eetlepels olie.

Deze verse groene chutney past bij vrijwel alle Indiase maaltijden en zeker bij Indiase aardappelen en geroosterd lamsvlees. Voor de aardappelen heeft u panchphoren nodig, een Indiaas kruidenmengsel van hele, ongeroosterde kruiden. Vorige week schreef ik al dat u deze gemakkelijk zelf maakt door in een potje komijnzaad, nigellazaad, fenegriekzaad, venkelzaad, en mosterdzaad in gelijke delen te vermengen. Voor een klein voorraadje neemt u van alles een theelepel, maar van alles een eetlepel kan natuurlijk ook.
Voor de groene chutney klopt u de yoghurt met een vork romig.. De blaadjes munt en de koriander fijnhakken. Zorg ervoor dat u van elk twee volle eetlepels heeft. De groene peper zo fijn mogelijk hakken. Roer de kruiden en de peper door de yoghurt. Voeg een beetje zout en een klein beetje citroensap toe. En indien nodig nog een klein beetje yoghurt. Zet tot gebruik afgedekt in de koelkast.
Schil de aardappelen, snij ze in flinke dobbelstenen en kook ze gaar in een laagje water. Het water afgieten en de aardappels droog laten stomen. Ondertussen de uien en de groene pepers klein snijden. De koriander fijnsnijden. Verhit de olie in een wok. Fruit hierin de hele rode pepers. Voeg de panchphoren toe en laat dit een halve minuut meebakken. Nu de gemalen kurkuma, uien en groene pepers toevoegen. Laat de uien ongeveer vijf minuten zachtjes fruiten. Nu de aardappelen en het zout erbij doen en regelmatig omscheppen. Als de kruiden goed gemengd en de aardappelen warm zijn, het gerecht overdoen op een serveerschaal en bestrooien met de verse koriander.

Chutney met tomaat en abrikoos

Ingrediënten:

500 gram tomaten, 5 gedroogde abrikozen, stukje verse gemberwortel (3 cm), 1 theelepel panchphoran, 2 gedroogde rode pepers, 8 teentjes knoflook, 1 theelepel zout, 75 gram suiker, 2 groene pepers, 2 eetlepels olie. 

Ze zijn er in een potje, maar een echte chutney wordt normaal gesproken altijd vers bereid. Chutney is een bijgerecht uit de Indiase keuken. Later is het vooral in Engeland populair geworden, maar dan wat zoeter, meer op de Westerse smaak gericht. De onrijpe, dus nog groene mango is altijd de basis voor een chutney, maar omdat we die hier moeilijk kunnen krijgen, zijn gedroogde abrikozen een goed alternatief. Deze chutney met tomaten past bij elke Indiase maaltijd. Vooraf, met wat papadums, of als bijgerechtje bij het hoofdgerecht. Deze chutney wordt gekruid met panchphoran. Deze mix van  vijf kruiden is kant en klaar te koop, meestal wel bij de toko en soms heeft Xenos het. U kunt ook zelf een mengsel maken van komijnzaad, venkelzaad, nigellazaad (de Indiase benaming is kalonji), fenegriekzaad en zwart mosterdzaad. Neem van komijnzaad, venkelzaad, mosterdzaad één theelepel en van de nigellazaad en fenegriek een halve theelepel.
Snij de tomaten in stukjes. De abrikozen in stukjes van ongeveer 1 centimeter snijden. De gemberwortel schillen, in dunne plakjes snijden en deze plakjes in dunne reepjes. De teentjes knoflook uitpersen. Verhit de olie in een wok. Voeg de panchphoran toe en even omscheppen. De hele rode pepers, de gemberwortel en de knoflook erbij doen. Even omroeren en dan de tomaten toevoegen. Zout en suiker erbij doen en goed omscheppen. Zet het vuur niet te hoog en laat de chutney wat indikken. Na een kwartier kunnen de stukjes abrikoos en de hele groene pepers erbij. Nog een kwartiertje laten sudderen. Laat de chutney afkoelen.
Serveer de chutney op kamertemperatuur.

© Tineke Sluijter 2007 - info@tinekesluijter.nl