Homepage             Vlees - Vis - Kip - Soep - Voorgerechten - Bijgerechten - Vegetarisch - Rijst - Noodles

Voorgerechten

U bekijkt nu de categorie Voorgerechten. Om een andere categorie te kiezen, gebruikt u het menu bovenaan de webpagina.

 

 

 

Thaise vleeskoekjes

Tod Man Kai

Gestoomde dim sum

Gevulde courgettes

Samosa’s

Knoflookomelet

Gefrituurde loempiaatjes

Vis in rijstpapier

Gehaktballetjes in rijstpapier

Kip verpakt in rijstpapier

Garnalenloempiaatjes

Sushi

 

 

 

Thaise vleeskoekjes

 

Ingrediënten:

 

400 gram gehakt (half om half), 2 teentjes knoflook, 1 voorjaarsuitje, 2 kleine groene pepertjes (rawit), 2 verse citroenbladeren (djeroek poeroet), 1 eetlepel Thaise rode currypasta, 1 theelepel zout, olie. Voor de garnering: slabladeren, 12 kerstomaatjes, 4 takjes koriander, 3 eetlepels vissaus en 1 rood en 1 groen pepertje (rawit).

 

De Thaise keuken doet niet aan voor- en hoofdgerechten, meestal komt alles tegelijk op tafel. Toch gelden viskoekjes, garnalenkoekjes en vleeskoekjes als een soort van appetizers. Ook als snack zijn deze koekjes populair. Soms worden door het gehakt wat groenten als maïs of een paar in dunne ringen gesneden sperziebonen gedaan. De Thaise rode currypasta die in deze koekjes wordt verwerkt, is te koop in potjes en zakjes bij de toko en de supermarkt.

De teentjes knoflook fijnhakken. Het voorjaarsuitje en de groene pepertjes in heel dunne ringen snijden. Rol de citroenbladeren op, snijd ze in reepjes en hak deze reepjes zo fijn mogelijk. Vermeng in een kom het gehakt met de knoflook, voorjaarsuitje, pepertjes, citroenbladeren, rode currypasta en zout. Goed kneden. Vorm van het gehakt twaalf platte koekjes. Neem ongeveer één eetlepel gehakt voor één koekjes. Leg de koekjes op een plank en zet ze ten minste een half uur in de koelkast om op te stijven. De rode en groene rawit heel klein snijden. In een kommetje de vissaus doen en hier de rawit doorheen roeren.

Verhit een flinke laag olie in een wok. Bak hier drie koekjes tegelijk in. Zodra ze bruin zijn, met een schuimspaan uit de wok scheppen en op keukenpapier uit laten lekken.

Was de sla en maak de bladeren droog. De kerstomaatjes inkruizen met een scherp mes.

Bedek een grote schaal of vier bordjes met de slabladeren. Leg de vleeskoekjes er bovenop. Garneer met de tomaatjes en de takjes koriander. Serveer met het kommetje vissaus.

 

 

Tod Man Kai

 

Ingrediënten:

 

500 gram kipfilet, 1 eetlepel Thaise rode currypasta, 1 eetlepel vissaus, 1 ei, 1 theelepel versgemalen witte peper, 1 eetlepel maïzena, 5 citroenbladeren (djeroek poeroet), 100 gram sperziebonen, 6 slabladeren, 1 tomaat en olie om te frituren.

 

Dit soort heerlijke snacks koop je op straat in Bangkok. Tod Man Kai. Het zijn Thaise gefrituurde kipkoekjes - of als de kinderen dat liever horen: Thaise kipnuggets. Heerlijk als voorgerecht of als hapje bij de borrel met een schaaltje chilisaus. Deze koekjes worden ook wel gemaakt van stevige witte visfilet of van grote rauwe garnalen, maar dit is de variant met kip (Kai betekent kip).

Snij eerst de kipfilet in kleine stukjes en maal deze stukjes fijn in een keukenmachine. Voeg dan de rode currypasta, vissaus, ei, witte peper en de maïzena toe. Laat de machine nog even draaien. De citroenbladeren op elkaar leggen, oprollen en dan in ragfijne reepjes snijden. Van de sperziebonen de punten verwijderen, wassen en dan in 3 millimeter dunne plakjes snijden. Vermeng de citroenbladeren en de sperziebonen met het kipmengsel. Was de slabladeren en maak ze droog. Snij de tomaat in partjes.

Zet een groot bord klaar en leg hierop een klein bergje van het kipmengsel en druk het plat tot een koekje. Maak van het kipmengsel ongeveer zestien koekjes. Dek het bord af met plasticfolie en zet het een half uurtje in de koelkast om op te stijven.

Verhit een flinke laag olie in een wok en frituur hierin de Thaise kipkoekjes met vier tegelijk in twee minuten bruin en krokant.  Schep ze met een schuimspaan uit de wok en laat ze op wat keukenpapier uitlekken. Bedek een platte schaal met slabladeren en leg hier de kipkoekjes bovenop. Garneer met de in partjes gesneden tomaat. Geef er een schaaltje chilisaus bij.

 

 

Gestoomde dim sum

 

Ingrediënten:

 

24 wontonvelletjes, 150 gram rauwe garnalen, 150 gram kipfilet, 50 gram ontbijtspek, struikje paksoi, 1/2 eetlepel sojasaus, 1 theelepel sesamolie, 1/2 theelepel zout, 1/2 theelepel versgemalen witte peper, 1 deciliter kippenbouillon, 1 eetlepel olie.

 

Dim sum (Chinees voor ‘het hart beroeren’) zijn kleine, gefrituurde of gestoomde hapjes die hun oorsprong vinden in Kantonese theehuizen. Ze zijn niet zo moeilijk te maken, waardoor ze goed geschikt zijn als snack voor de oudejaarsavond.

Laat de wontonvelletjes ontdooien. De garnalen pellen, zwarte draad verwijderen, afspoelen en in een vergiet uit laten lekken. De kipfilet in stukjes snijden. Ontbijtspek klein snijden. Van de paksoi wordt alleen het groen gebruikt; ongeveer 100 gram. De paksoi in repen snijden, Wassen en laten uitlekken. In een keukenmachine de garnalen, kipfilet en ontbijtspek fijnmalen. De paksoi erbij doen, samen met de sojasaus, sesamolie, zout en peper. Laat de machine nog even draaien. Voeg nu een deel van de bouillon toe en laat de machine nog even draaien tot een homogene massa ontstaat. Voeg zo nodig nog wat bouillon toe.

Maak van de wontonvelletjes rondjes van ongeveer negen centimeter. Dit kan met een grote soepkom of een uitsteekvorm. Leg op ieder rondje een beetje van de vulling.

Vouw de dim sum tot een buideltje en knijp ze met nat gemaakte vingers goed dicht. De bodem van een stoommandje invetten met wat olie. Breng in een pan water aan de kook. Zet de helft, afhankelijk van de maat van het stoommandje, erin. Zet ze niet te dicht op elkaar. Breng een pan met water aan de kook. Het kokende water moet onder de stoommand blijven. Stoom de dim sum, met deksel, in ongeveer acht minuten gaar. Zet de dim sum afgedekt met wat alu-folie op een voorverwarmde schaal. Stoom nu de overige dim sum. Serveer de dim sum met twee sausjes: een kommetje met sojasaus en een kommetje met wat ketchup vermengd met een beetje sambal.

 

 

Gevulde courgettes

 

Ingrediënten:

 

2 lange, dunne courgettes, zout, 150 gram gehakt (half om half), 50 gram Noorse garnalen, 2 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, 2 verse citroenbladeren, 6 takjes koriander, 1/2 theelepel bruine suiker, 1/2 eetlepel Thaise vissaus, 3 eetlepels kokosmelk uit blik, 1 eetlepel cashewnoten, olie.

 

Een hoofd-,bij- of voorgerecht dat grotendeels van tevoren klaar te maken is. Alleen het stomen moet vlak voor het serveren gebeuren. Zet de al gevulde courgettes tot gebruik afgedekt in de koelkast. Was de courgettes en verwijder de uiteinden. Snij elke courgette in acht stukken en hol ze uit met een meloenballetjes-lepel. Laat een klein bodempje over zodat het een stevig bakje is geworden. Bestrooi de binnenkant met een beetje zout en zet ze omgekeerd even apart. De courgette-balletjes die u er zojuist heeft uitgehaald, worden in dit recept niet gebruikt. U kunt ze in een soep of een salade verwerken.

Voor de vulling de sjalotjes, teentjes knoflook, citroenbladeren en de blaadjes koriander zo fijn mogelijk hakken. De Noorse garnalen in stukjes snijden. In een kom het gehakt, garnalen, sjalotjes, knoflook, citroenbladeren, koriander, bruine suiker, vissaus en de dikke kokosmelk goed mengen. Dep de courgettebakjes droog met wat keukenpapier en vul ze met het gehaktmengsel.

Smeer de bodem van het stoomgedeelte van de pan in met een beetje olie en zet hier de gevulde courgettes op. Met een beetje geluk - en een grote stoompan - passen ze er allemaal in. Anders zult u in twee keer moeten stomen. Houd de eerste serie dan warm op een heet bord en afgedekt met alu-folie. Breng in een pan een flinke laag water aan de kook. Zet hierop het stoomgedeelte en laat de courgettes met een deksel op de stoompan in ongeveer tien minuten gaar worden. Zet de gestoomde courgettes op een grote schaal of als u ze als voorgerecht wilt serveren, op ieder bord vier. Hak de cashewnoten fijn en leg op ieder bakje een klein beetje van de cashewnoten.

 

 

Samosa’s

 

Ingrediënten:

 

12 loempiavellen of plakjes bladerdeeg,

3 aardappelen, 100 gram diepvries doperwten, 1 ui,

2 teentjes knoflook, stukje gemberwortel (1 cm),

2 groene pepers, 2 eetlepels korianderblaadjes,

2 eetlepels citroensap, 1/2 theelepel zout,

1 theelepel gemalen komijn (djinten),

1/2 theelepel kaneel, 1 eetlepel bloem,

1 eetlepel olie en olie om te frituren.

 

Samosa’s zijn kleine, met groenten gevulde Indiase snacks. Vaak in de vorm van driehoekjes of halve maantjes. U kunt ze maken van loempiavellen of bladerdeeg.

Voor de vulling de aardappelen koken en in kleine blokjes snijden. De doperwten heel even in kokend water leggen en daarna in een vergiet goed uitlaten lekken. De ui, knoflook en gemberwortel zo fijn mogelijk snijden. De groene pepers in de lengte halveren en in halve ringetjes snijden. De korianderblaadjes klein snijden. Verhit een eetlepel olie in een wok. Fruit hierin ui, knoflook en gemberwortel lichtbruin. Voeg de groene peper toe, even roeren en dan aardappelen en doperwten erbij doen. Roerbak gedurende een minuut of twee en voeg dan de kleingesneden koriander, citroensap, zout, gemalen komijn en kaneel toe. Goed omscheppen en in een kom apart zetten om af te koelen. De loempiavellen in drie repen snijden. Bedek de nog niet bewerkte vellen met een natgemaakte theedoek, want ze drogen nogal snel uit. Ontdooide bladerdeegplakjes eerst dun uitrollen. Schep aan het einde van een loempiavel een dessertlepel van de vulling. Vouw de loempiavel er diagonaal overheen. Ga zo door tot er een driehoek ontstaan is. Maak van de bloem met water een papje en plak de samosa hier mee dicht. Maak zo alle samosa’s.

Verhit een flinke laag olie in een wok of frituurpan en frituur de samosa’s, niet allemaal tegelijk, in een paar minuten aan alle kanten goudbruin. Laat ze op keukenpapier uitlekken en als alle snacks gebakken zijn direct serveren.

 

 

Knoflookomelet

 

Ingrediënten:

 

6 eieren, 6 teentjes knoflook, 2 groene pepers, 4 sjalotjes, 3 eetlepels korianderblaadjes, 1 theelepel komijnzaad, versgemalen zwarte peper, 1 theelepel zout, 1 eetlepel olie.

 

Deze Indiase, pittige omelet is op zich voldoende voor de lunch, maar is ook heel geschikt als voorgerecht of anders wel als bijgerecht bij een Indiaas etentje met meerdere gerechten.

Klop de eieren in een kom schuimig. De teentjes knoflook zo fijn mogelijk hakken. De groene pepers van zaad en zaadlijsten ontdoen en dan klein snijden. Ook de sjalotjes klein snijden. De verse korianderblaadjes fijnhakken.

Voeg de knoflook, groene peper, sjalotjes, korianderblaadjes, komijnzaad, een beetje versgemalen zwarte peper en zout toe. Drie eetlepels koud water toevoegen en alles goed vermengen. Verhit een grote koekenpan met de olie. Zodra de olie goed heet is het eimengsel erin gieten en het ei een beetje in de pan laten rondwalsen. Het vuur laag zetten. Als de onderzijde lichtbruin is de omelet keren en ook de andere kant lichtbruin laten worden. De omelet op een groot bord laten glijden en in vier punten snijden.

Voor de lunch is deze omlet lekker met een komkommersalade met yoghurtdressing en Naan. Dit Indiase brood is te koop in de supermarkt en u kunt het thuis afbakken in de oven of magnetron. In plaats van dit Indiase brood kunt u er natuurlijk ook dikke sneden boerenbrood bij geven. Als voorgerecht zou ik deze omelet op vier bordjes serveren met wat krulsla en een paar partjes tomaat.

 

 

 

Gefrituurde loempiaatjes

 

Ingrediënten:

 

1 pak loempiavellen (215 x 215 mm), 50 gram transparante vermicelli (gemaakt van mungbonen), 2 teentjes knoflook, 8 grote garnalen, 150 gram varkensvlees (hamlapje), 3 voorjaarsuitjes, 1 kleine winterwortel, 1/2 eetlepel vissaus, 1 eetlepel chilisaus, 2 eetlepels korianderblaadjes, 1/2 eetlepel maïzena, olie om te frituren.

 

Laat de loempiavellen volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking ontdooien. De vermicelli in kokend water leggen en afgedekt vier minuten laten staan. Afspoelen met koud water en uit laten lekken. Knip de vermicelli in stukken. Knoflook fijnhakken. De garnalen pellen, schoonmaken en in stukjes snijden. Het vlees in een keukenmachine fijnhakken. De voorjaarsuitjes in dunne ringetjes snijden. De wortel schillen en daarna grof raspen.

Verhit een eetlepel olie in een wok en roerbak hier de knoflook lichtbruin in. De garnalen en het varkensvlees toevoegen en met een vork losroeren. Na een minuut of vier de voorjaarsuitjes en wortel erbij doen. Vissaus en chilisaus en de uitgelekte vermicelli erdoor roeren. Zet de wok apart en laat de inhoud  afkoelen. Maak een papje van de maïzena met twee eetlepels koud water. Leg de loempiavellen op een vochtige theedoek. Leg een velletje met een punt naar u toe. Met een kwastje de randen van het loempiavel met het maïzenapapje bestrijken. Schep een eetlepel vulling en twee blaadjes koriander in het midden, in de vorm van een worstje. Vouw de onderzijde over de vulling, vouw nu de zijkanten naar het midden en rol de loempia dan op. Leg de loempia tussen een vochtige theedoek en maak alle overige loempiaatjes op dezelfde manier. Verhit in een frituurpan of wok een flinke laag olie.Bak hierin de loempia’s in ongeveer een minuut of drie goudbruin. Bak er niet meer dan vier tegelijk. Laat de loempia’s op keukenpapier uitlekken. Leg ze, als alle loempia’s gebakken zijn, op een grote schaal en geef er een kommetje chilisaus bij.

 

 

Vis in rijstpapier

 

Ingrediënten:

 

600 gram visfilet, 16 ronde vellen rijstpapier, 1 voorjaarsuitje, 2 teentjes knoflook, stukje gemberwortel (2 cm), 1 klein rood pepertje, 4 eetlepels korianderblaadjes, 2 theelepels zout, 1 theelepel kerrie djawa, 2 eetlepels bloem, 2 1/2 eetlepels olie.

 

Meervalfilet, kabeljauwfilet, heilbot - de meeste soorten visfilet kunnen voor dit gerecht gebruikt worden. Serveer de vispakketjes op een grote schaal en garneer met wat partjes limoen en enkele takjes koriander. Met roergebakken groenten en een flinke kom witte rijst is dit voldoende als hoofdgerecht. Als voorgerecht kunt u met de helft volstaan.

Rijstpapier heeft zijn mooie bamboepatroon gekregen van de bamboe matten waarop de rijstvellen in de zon te drogen worden gelegd. Droog zijn ze breekbaar maar als ze natgemaakt zijn, worden ze elastisch.

De visfilet in zestien vierkantjes snijden. In een keukenmachine voorjaarsuitje, knoflook, gemberwortel, rode peper en korianderblaadjes zo fijn mogelijk hakken.Een halve eetlepel olie toevoegen, samen met het zout en de kerrie djawa. De machine nog even laten draaien. De vis aan alle kanten insmeren met het kruidenmengsel en even apart zetten. De rijstvellen onder de kraan of in een kom met warm water zacht laten worden.Dit duurt maar heel even. Laat ze uitlekken op een droge doek en leg op ieder vel een stuk vis. Vouw de pakketjes dicht. Vouw eerst de zijkanten over elkaar heen en daarna de boven- en onderkant. Maak een papje van de bloem en twee eetlepels water en plak er de randen mee vast.

Verhit in een flinke koekenpan de olie. Bak de vispakketjes (niet allemaal tegelijk, afhankelijk van de grootte van de pan in twee of drie keer) in ongeveer drie minuten per kant bruin. Leg de pakketjes op een voorverwarmde schaal en serveer direct.

 

 

Gehaktballetjes in rijstpapier

 

 

Ingrediënten:

 

8 ronde vellen rijstpapier, 200 gram gehakt (half-om-half), 1 teentje knoflook, 2 theelepels vissaus, stukje gemberwortel (1 cm), mespunt vijfkruidenpoeder, 1.2 rode peper, 1 theelepel gemalen koriander (ketoembar), mespunt gemalen komijn (djinten), 2 voorjaarsuitjes, 1/4  komkommer, 100 gram wortel, 100 gram taugé, 1 eetlepel korianderblaadjes, 1 eetlepel muntblaadjes, 4 eetlepels pindasaus.

 

Een voorgerecht of snack met rijstpapier. Het bijzondere van deze snack is dat het pakketje niet wordt gebakken of gefrituurd. Het rijstpapier is immers gemaakt van gekookte rijst en kan zo worden gegeten.

Leg het gehakt in een kom en voeg er fijngehakte knoflook, vissaus, geraspte gemberwortel, vijfkruidenpoeder, kleingesneden rode peper, koriander en komijn aan toe. Goed vermengen en kneden en maak er dan ongeveer 16 balletjes van. Laat de balletjes in de koelkast opstijven. Maak ondertussen de groenten schoon. De voorjaarsuitjes in stukken van vijf centimeter snijden en dan in luciferdunne reepjes. De komkommer in de lengte halveren, zaadlijsten verwijderen, in luciferdunne reepjes snijden en ook de wortel in luciferdunne, vijf centimeter lange reepjes snijden. Taugé overgieten met kokend water. In een zeef uit laten lekken. Verhit een paar eetlepels water in een koekenpan. Voeg de balletjes toe en bak deze rondom bruin. De balletjes bakken zo in eigen vet gaar. De rijstvellen onder een warme kraan houden. Op een werkblad leggen en begieten met wat warm water kan ook. Na een minuut zijn de vellen zacht. Leg een vel op een bord en leg er twee balletjes, wat van de groenten, verse koriander, munt en een beetje pindasaus over Rol ze op en leg er twee op ieder bord bij een voorgerecht of allemaal op een schaal als snack. Serveer direct.

 

Kip verpakt in rijstpapier

 

Ingrediënten:

 

300 gram kipfilet, 16 velletjes rijstpapier (rond), 3 gedroogde Chinese paddestoelen (shii takes), 2 eetlepels sojasaus, 2 eetlepels rijstwijn, stukje gemberwortel (2 cm), 1 dessertlepel oestersaus, 1 theelepel bruine suiker, 1 theelepel sesamolie, 2 eetlepels bloem, 3 eetlepels olie.

 

Nog een gerecht met rijstpapier. Dit keer met een Chinese vulling van kipfilet en shii-takes. Het recept is voldoende als voorgerecht of snack voor acht personen en als hoofdgerecht voor vier, als u dit serveert met wat roergebakken groenten (broccoli en taugé bijvoorbeeld) en een flinke kom witte rijst.

De kipfilet in mini-dobbelsteentjes snijden. In een kom een marinade maken van de sojasaus, rijstwijn, fijngeraspte gemberwortel, oestersaus, bruine suiker en sesamolie. Goed vermengen en de kipblokjes in de marinade leggen. Nogmaals goed omscheppen. Laat de kip een paar uur afgedekt in de koelkast marineren.

De Chinese paddestoelen in een kom leggen en overgieten met kokend water. Laat de paddestoelen een half uurtje wellen. Afspoelen onder de kraan en in kleine stukjes snijden. Roer de paddestoelen door de gemarineerde kip. In een kom met heet water de rijstvellen zacht en transparant laten worden. Leg ze op een werkblad. Schep op ieder rijstvel een beetje gemarineerde kip. Maak de pakketjes niet te dik, anders wordt de kip niet gaar. Vouw de pakketjes goed dicht. Klap eerst de zijkanten over elkaar heen en daarna de onder- en bovenkant. Plak de overlappende delen dicht met een papje gemaakt van twee eetlepels bloem en twee eetlepels water.

Verhit de olie in een grote koekenpan. Bak hierin de helft van de kippakketjes, op een niet te hoog vuur, in ongeveer drie tot vier minuten per kant lichtbruin en gaar. Schep ze uit de pan en bak nu de overige kippakketjes. Leg de pakketjes op een serveerschaal.

   

 

Garnalenloempiaatjes

   

Ingrediënten:

 

20 vellen rijstpapier (driehoekjes), 20 middelgrote garnalen, 3 voorjaarsuitjes, 1 theelepel versgemalen peper, olie om te frituren. Voor de dipsaus: 1 rode peper, 2 teentjes knoflook, 1 eetlepel rijstazijn, 4 eetlepels limoensap, 6 eetlepels vissaus, 75 gram suiker

 

Een voorgerecht uit de Vietnamese keuken. Rijstpapier is te koop in de toko. Kleine en grote rondjes, maar ook driehoekjes. Let er bij het kopen op dat ze nog heel zijn. Ze zijn erg kwetsbaar en ook het vervoer naar huis moet voorzichtig gebeuren. Rijstpapier is gemaakt van vermalen gekookte rijst, die heel dun wordt uitgerold en op bamboematten in de zon wordt gedroogd. Natgemaakt worden ze iets transparanter en gemakkelijk te vouwen.

Eerst maken we het dipsausje. De rode peper en de teentjes knoflook zo fijn mogelijk hakken. In een kom doen en hier rijstazijn, limoensap, vissaus, suiker en drie deciliter heet water aan toevoegen. Goed roeren tot de suiker opgelost is. Proef de saus en voeg zo nodig nog wat vissaus of limoensap toe. Zet het sausje apart. De garnalen pellen, zwarte draad verwijderen, afspoelen onder de koude kraan en droogdeppen met keukenpapier.De garnalen een beetje insnijden om te voorkomen dat ze krom trekken. Maal de peper over de garnalen. De voorjaarsuitjes in de lengte halveren en dan in stukken van vijf centimeter snijden. De rijstvellen een voor een even onder de kraan houden en op een werkblad neerleggen. Leg op ieder vel een garnaal en wat voorjaarsui. Vouw de lange kant over de garnaal en vouw daarna de punten er overheen. Rol het pakketje stevig op en leg apart. Maak zo alle loempiaatjes. Breng de olie op ongeveer 175 graden. Bak de garnalenloempiaatjes in ongeveer een minuut of vijf, zes goudbruin. Keer ze halverwege. Frituur ze niet te heet. Want het rijstpapier gaat dan barsten. Serveer de loempiaatjes warm met het dipsausje.

 

 

Sushi

Ingrediënten:

3 vellen nori (zeewier), 200 gram sushirijst,8 eetlepels rijstazijn, 3 eetlepels witte basterdsuiker, 1 theelepel zout, komkommer, verse tonijn, gerookte zalm, omelet, Wasabi en Japanse sojasaus.

Sushi zijn Japanse hapjes die heel goed zelf gemaakt kunnen worden. Veel supermarkten verkopen ze in de koeling kant en klaar. Maar de benodigdheden om ze zelf te maken - nori, sushirijst en het rolmatje van bamboe - zijn ook in een beetje supermarkt te koop. De basis is nori (zeewier) en rijst en vervolgens zijn er allerlei varianten denkbaar om de sushi te vullen. Zoals verse, rauwe tonijn. Maar gerookte zalm, surimisticks  of een omelet kunnen ook heel goed. Sushi worden meestal geserveerd met een kommetje sojasaus en een kommetje wasabi. Dat is een mosterd die te koop is in een tube of als poeder: even aanmaken met wat water. Een waarschuwing is hier op zijn plaats. Deze mosterd lijkt misschien niet heet, maar een beetje te veel en je neus staat in brand.
Was de rijst met koud water en laat ze goed uitlekken in een zeef. De rijst in een pan doen samen met een kwart liter water. Breng de rijst met deksel op de pan aan de kook. Zet dan het vuur laag en laat de rijst nog twaalf minuten zachtjes koken. Zet het vuur uit maar laat de rijst, met deksel, nog tien minuten nagaren. In een kommetje de azijn doen en hier al roerend de basterdsuiker en zout in oplossen. De rijst overdoen in een kom. Giet hier het azijnmengsel over en schep de rijst voorzichtig om met een spatel. Laat de rijst iets afkoelen. Leg op een bamboe sushimatje een vel nori. Schep hier een derde van de rijst op. Verdeel de rijst over de nori maar laat aan de achterkant twee centimeter vrij en aan de voorkant een centimeter. Leg in het midden wat vulling. Bijvoorbeeld een reep komkommer en een reep omelet. Rol het matje op en druk de rol een beetje aan. Het matje terugrollen en de sushirol tot gebruik in plasticfolie wikkelen. Maak de volgende sushi met bijvoorbeeld komkommer en verse tonijn en de derde met wat in dunne repen gesneden gerookte zalm. De sushi voor het serveren met een scherp en natgemaakt mes in acht plakken snijden. Leg de sushi op een grote schaal en garneer met wat bieslook. Geef er sojasaus en wasabi bij.

 

© Tineke Sluijter 2007 - info@tinekesluijter.nl